Vrijwilliger worden?
Het succes van het taalcafé valt of staat met de inzet van onze vrijwilligers. Zonder taalmaatjes geen Taalcafé! We kunnen je hulp dan ook goed gebruiken. Vind jij het leuk om in een ongedwongen sfeer te praten met nieuwkomers? Kun je goed luisteren en ben je geïnteresseerd in je medemens? Maak dan gauw een afspraak om kennis te maken met ons Taalcafé!
Als kletsmaatje besteed je gemiddeld 2 uur per week aan het Taalcafé. Je geeft geen les. Het belangrijkste is dat de nieuwkomers op ontspannen wijze de Nederlandse taal oefenen. Kun je een keertje niet? Geen probleem, we zijn blij met ieder uurtje dat je wel beschikbaar bent. Wij bieden je een fijne en inspirerende werksfeer. Op locatie zijn er boeken aanwezig om je te ondersteunen in de gesprekken die je voert. Eén ding kunnen we je beloven: van dit vrijwilligerswerk krijg je beslist een enorme dosis positieve energie.
Wil je meer informatie of heb je een vraag? Gebruik dan dit formulier of stuur een mailtje naar: info@taalcafedesluis.nl. Wij nemen dan zo spoedig mogelijk contact met je op.
Ervaringsverhalen
“Je hoeft geen ervaring te hebben met het geven van taalles want het is heel informeel.”
Anika de Groot (36 jaar) woont in Zaandam met haar man en twee kinderen. Ze werkt voor de Correspondent Foundation. Sinds november 2021 is ze actief als vrijwilliger bij Taalcafé de Sluis. Naast taalmaatje helpt ze ook mee met de fondsenwerving.
“Toen ik het nieuws las dat er een noodopvanglocatie werd geopend voor vluchtelingen in Zaandam, heb ik uitgezocht wat voor rol ik daarin kon betekenen. Zo kwam ik bij Taalcafé de Sluis terecht. Ik kon meteen langskomen en aan de slag als taalmaatje.
Elke week geef ik zo’n twee uur taalles aan een stel enthousiaste jongens. Ik krijg zoveel energie van ze! Ze zijn enorm gemotiveerd om er -zelfs in moeilijke omstandigheden- iets van te maken. Inmiddels heb ik echt al een band opgebouwd met mijn groepje. Ik kan ontzettend met ze lachen. Laatst werd er een bingo georganiseerd. De nieuwkomers konden mooie prijzen winnen. Het werd een hele happening waarbij aan het einde zelfs vrolijk gedanst werd. Ik had mijn kinderen meegenomen en die werden spontaan op de schouders gehesen. Heerlijk!
De Sluis maakt het heel makkelijk om te helpen, je hoeft geen ervaring te hebben met het geven van taalles omdat het heel informeel is. De eerste paar keer liep ik met iemand mee, zodat je kunt kijken wat bij je past. Ook is het heel flexibel allemaal, geen verplichte uren of vaste dagen.
Zit je ook te denken aan vrijwilligerswerk?
Ik zou zeggen: kom gewoon een keertje kijken. Je zult zien hoe leuk het is als je een ander op weg kunt helpen.
En hoe je met weinig tijd al heel veel voor een ander kunt betekenen.
Stuur gerust een mailtje naar info@taalcafedesluis.nl voor meer informatie.”
“Inmiddels is Taalcafé de Sluis een beetje ‘mijn’ Sluis geworden. Het is er heerlijk vertoeven en we vormen er met de groep vrijwilligers, coördinatoren en het bestuur een mooie club mensen”.
Aan het woord is Menso Havenga (1944), afkomstig uit Wormerveer en inmiddels al twee en een half jaar actief als Taalmaatje. Menso is een bezige bij. Na werkzaam geweest te zijn in het boekdrukkersvak en het onderwijs, ging hij met pensioen. Deeltijdpensioen, want daarnaast werkte hij nog 15 jaar als stagebegeleider. Maar daarna werd het pensioen definitief. Tijd om uit te kijken naar andere bezigheden!
“Ik las in de krant een advertentie van Taalcafé de Sluis. Daar werd ik met open armen ontvangen. Een paar keer per week breng ik de nieuwkomers de beginselen van de Nederlandse taal mee. Met heel veel plezier!
Je krijgt al gauw warme banden met de nieuwkomers. Soms gaat mijn hulp dan ook verder dan alleen helpen met de Nederlandse taal. Zo heb ik een deelnemer succesvol geholpen met een sollicitatie. En dat maakt je trots! Ook heb ik een deelnemer geholpen die thuis veel problemen had. Door haar te begeleiden naar de juiste instanties, heb ik haar echt een stap verder geholpen. Heel dankbaar werk dus.
Ben je sociaal en houd je – net als ik – van mensen? Dan is dit vrijwilligerswerk zeer geschikt.
Je krijgt er zoveel warmte en energie voor terug. Wie goed doet, goed ontmoet!”
Het allerleukste vind ik hun leergierigheid en de vooruitgang die ik zie!
Aan het woord is Elleke. Zij is sinds 2020 vrijwilligster bij Taalcafé De Sluis. Iedere woensdagmiddag komt ze op de fiets uit Wormer om taalles te geven in buurthuis De Lorzie in Wormerveer.
‘Wat ik het allerleukste vind is de leergierigheid van de deelnemers. Je ziet zoveel vooruitgang! Iemand vertelde mij zijn motivatie: ‘Ik wil mijn buurman leren kennen!’ Een ander haalt het inburgeringsexamen sneller door onze taallessen. Prachtig toch, daar doe je het voor!
Een oproep in de krant ergens in 2020 sprak me meteen aan, want ik heb iets met taal én met mensen. Toen ik nog werkte was ik gastvrouw bij Forbo Flooring waar ik zo’n 10.000 (buitenlandse) bezoekers per jaar ontving en rondleidde, op de fabriek maar ook langs architectuur binnen Nederland. Ik deed al ander vrijwilligerswerk in Wormer zoals preventieve huisbezoeken bij ouderen, de jaarlijkse buurtcamping en sportactiviteiten, maar wilde er iets bij hebben. En sinds het overlijden van mijn man heb ik ook meer tijd. Samen met mijn buurvrouw Marijke ben ik op het Taalcafé afgestapt en het leek ons meteen gezellig!
Sowieso vind ik de contacten met de andere vrijwilligers leuk. Maar vooral vind ik het een goede manier om nieuwkomers op weg te helpen met het meest essentiële: taal en thuis voelen. Inmiddels heb ik een vaste groep, die natuurlijk verandert in de loop van de tijd. Hun niveau is eerst moeilijk in te schatten maar vaak groeien ze toe naar A2, het niveau van het inburgeringsexamen. En ook daarna blijven ze komen om hun taalvaardigheid te verfijnen en voor de fijne sfeer en contacten hier. Naast taal komen ook onze Nederlandse cultuur en gewoontes aan bod. Dit biedt een aanknopingspunt om over hun gewoontes en cultuur te spreken. Ik leer daardoor zelf ook veel.
Door hen maak ik kennis met verhalen die ik niet voor mogelijk had gehouden: hoe iemand lopend vanuit Syrië
via Libanon en Turkije hier terecht is gekomen. Ik voel dan medelijden, maar het vergroot ook mijn wereldbeeld en relativeert.
En het is een fijne invulling van mijn vrije tijd, goed voor mijn brein-fitness ook. Ik blijf dit nog lang doen!”
Hier kan ik van betekenis zijn voor vluchtelingen
Saeed was zelf vluchteling en is sinds 2016 taalvrijwilliger. Drie keer per week geeft hij les en is actief voor de Oekraïense club. Aan zijn drukbezette lestafel in Saendelft wordt er veel gelachen maar ondertussen wordt er doelgericht gewerkt.
“Ik vind het prettig én interessant les te geven aan mensen die het echt nodig hebben. Dat zij daardoor kunnen werken, belasting betalen, zelfstandig worden en niet afhankelijk van de overheid blijven.
Ik ben in 1998 met mijn gezin vanuit Afghanistan naar Nederland gekomen. In Oekraïne was ik ingenieur bij de burgerluchtmacht, maar na 5 jaar in de asielopvang was mijn diploma niet meer geldig. Gelukkig vond ik technisch werk bij het VU-ziekenhuis. Na 10 jaar werd ik helaas afgekeurd en ben ik op zoek gegaan naar vrijwilligerswerk dat mij goed doet.
In 2016 wandelde ik bij de Sluis Zaandam binnen. Ze waren net gestart en verwelkomden me hartelijk. In die tijd was er een grote toestroom van vluchtelingen uit Syrië, Afghanistan en Iran. Ik spreek veel talen waardoor ik goed kan helpen bij vertalen voor de net aangekomen vluchtelingen. Inmiddels geef ik al 8 jaar taalles en ben de laatste jaren nauw betrokken bij de Oekraïense club. Sinds december 2023 geef ik ook les in Saendelft. De deelnemers zijn gedreven om de Nederlandse taal te leren. In Saendelft komen ze 2 avonden naar het taalcafé toe, omdat ze overdag werken.
Ik herken hun vragen, want ik ben ook zo begonnen en maakte dezelfde fouten. Zelf leerde ik de taal in een grote klas waardoor er weinig tijd was voor individuele vragen. Bij De Sluis vormen we kleine groepjes in niveaus en passen we het tempo aan. We zorgen ervoor dat de deelnemers ons echt begrijpen. We haasten ons niet, we hebben geen planning.
De deelnemers weten dat ze altijd welkom zijn en niet voor niets komen: ze hebben echt veel aan wat ze hier leren. Het sluit aan bij wat ze op dit moment het meeste nodig hebben, daar let ik op. Door de persoonlijke aandacht vertellen mensen vaak ook wat hen op het hart ligt. En zelf verbeter ik mijn eigen taal, met name op gebied van grammatica, en dat deel ik met hen. Maar het allerbelangrijkste is: ze krijgen beter les, niet een droge les met alleen vertalen maar UITLEG. Soms is het haast privéles en bovendien is het gratis.
Dat alles maakt het Taalcafé uniek. Ik ben er trots op.”
Ik geef Nederlandse conversatie want daar ben ik goed in 🙂
Marga is vrijwilligster van het eerste uur en werkt een dagdeel per week bij het Taalcafé bij de noodopvang in Zaandam. Op verjaardagen praat ze er altijd over. Zo kweekt ze meer bewustzijn over vluchtelingen en de moeite om hun leven weer op te bouwen. Ze is gepensioneerd en altijd bezig.
“Door een krantenartikel kwam ik dit op het spoor! In 2015 werden Syriërs opgevangen in de tenten van de Dam tot Damloop in Zaandam. Voor hen zette de Noorderkerk de deuren open, vrijwilligers gingen met de gemeente in gesprek over de noodzaak van een taalcafé en zamelden spullen hiervoor in. Ik woonde dichtbij en al snel ging ik eenvoudige gesprekjes voeren: goedemorgen, koffie alstublieft….
Iedereen kan dit vrijwilligerswerk doen. De essentie is immers kletsen! Aan anderen leg ik het zo uit: ‘ik geef Nederlandse conversatie, want daar ben ik immers goed in’. Al doende krijg je meer zekerheid. Zo heb ik geleerd dat je terughoudend moet zijn met vragen over hun ervaringen. Deze zijn zo schrijnend dat de stemming deprimerend wordt. Belangrijker is het om te praten over wat nú van belang is.
Workshops geven me houvast, zoals over ons lesmateriaal van de schrijver zelf: Ad Appel. Kern is: richt je vooral op hele zinnen. Losse woordjes zijn natuurlijk van belang als je het hebt over het menselijk lichaam of de maanden van het jaar. Soms gebruik ik simpele dingen: een supermarktfolder, een klok of een spel. Al spelend komen andere dingen aan bod zoals aan de beurt zijn, op tijd komen, getallen en culturele verschillen.
Een valkuil is dat je ook op andere terreinen er voor hen wilt zijn. Dat kun je niet altijd waarmaken, wat teleurstelling geeft. Dat inzicht helpt mij om te focussen op de taalles, want alleen dat is al heel waardevol.
De mannen van de noodopvang komen altijd blij binnen. Ze zijn er altijd, dat zegt al zoveel. Ze enthousiasmeren mij omdat ze blij zijn dat ik er ben. Ze zijn zo dankbaar. Mijn eigen wereld is door hen groter geworden. Hun talenten en beroepen zijn divers en interessant. In Zaanstad mogen ze werken, daardoor worden ze meer mens. Ik leef mee met belangrijke fasen: hoe ze overal om moeten vragen (wat ze vreselijk vinden) en hoe lang ze op de boot moeten wonen. Maar ook hoe blij ze zijn met eindelijk hun verblijfsstatus of hun huis. Jammer is het als ze dan weg moeten uit de Zaanstreek want ze hebben hier een netwerk opgebouwd. Voor mij brengt het vrijiwlligerswerk ook gezelligheid met de andere vrijwilligers.
Ik heb altijd een heel tevreden gevoel na een middag Taalcafé’.